Waarom zindelijkheidstraining nodig is

Zindelijkheidstraining is een verzameling technieken die ouders gebruiken om hun kinderen te leren controle te krijgen over hun plas en poep. Het proces begint meestal met het ophouden van urine. Een kind moet een paar basiskennis hebben voordat het zindelijk wordt. Het moet logisch kunnen denken en de taal en context begrijpen. Ouders moeten hun kind begeleiden in plaats van trainen.

Zindelijkheidstraining is belangrijk omdat het kind de basisvaardigheden leert die nodig zijn voor een goede hygiene. Het kind leert om op het juiste moment naar het toilet te gaan om te plassen of poepen, wat essentieel is om goede hygiënische gewoontes te ontwikkelen. Ook bereiden kinderen zich voor op latere leeftijd, waar zelfzorg belangrijk is. Door het kind te leren zindelijk te worden, krijgt het een gevoel van zelfvertrouwen en verbetert het zijn zelfwaardering.

Wat zijn de voordelen van een vroege zindelijkheid?

Voordelen vroeg starten met zindelijkheidstraining (18-20 maanden) zijn onder andere:

  • kinderen zijn motorisch vaardiger en kunnen hun broek gemakkelijker aan- en uitrekken
  • ze kunnen hun behoeften beter communiceren en aangeven dat ze moeten plassen of poepen
  • ze hebben minder plaspauzes nodig en hebben minder kans op ongelukjes
  • ze leren om hun lichamelijke signalen te herkennen, zoals een nat gevoel en plas- en poepdrang
  • ze profiteren van de voordelen van het gebruik van wegwerpluiers
  • ze leren op een leuke en ontspannen manier over zindelijkheid
  • ze voelen zich meer zelfverzekerd en zelfstandig door deze vaardigheid
  • je bespaart geld door het niet meer hoeven kopen van luiers
  • het is een goede voorbereiding voor latere ontwikkeling als toiletbezoek en hygiëne op school.

Wanneer moet u beginnen met het trainen?

Stap 1: Kies een strategie: U kunt kiezen uit het gebruik van een kalender met beloningssysteem plus een vast toiletschema, of u kunt uw kind uit bed halen om te laten plassen voordat u naar bed gaat.

Stap 2: Begin op de juiste leeftijd: De ideale leeftijd om te beginnen met zindelijkheidstraining is tussen de 18 en 24 maanden. Hiervoor hebben kinderen nog geen controle over hun blaas en darmen en begrijpen ze nog geen verband tussen aandrang en het gaan plassen en poepen.

Stap 3: Geef je kind een voorsprong: Doe luierbroekjes aan in plaats van gewone luiers, zodat je kind voelt dat hij net zo stoer is als zijn oudere broer of zus.

Stap 4: Wees voorbereid: Zorg dat je alle materialen voor de zindelijkheidstraining bij de hand hebt, zoals kleurrijke plaswekkers, potty-trainer, luierbroekjes, stickers voor het beloningssysteem, en noem maar op.

Stap 5: Vraag regelmatig of je kind moet plassen: Als je kind een paar keer op het potje heeft geplast, weet hij wat het inhoudt. Vraag hem daarna regelmatig of hij moet plassen. Op deze manier leert hij bewust om te gaan met het gevoel van een volle blaas.

Stap 6: Wees geduldig: Het verschilt per kind hoe lang het duurt voor de zindelijkheidstraining werkt. Wees hierbij geduldig en consistent. Blijf het proces aanmoedigen en geef je kind alle ruimte om zijn zelfvertrouwen te vergroten.

Stap 7: Neem contact op als het nodig is: Als je na enkele maanden geen resultaat ziet, neem dan contact op met de jeugdverpleegkundige of jeugdarts. Een plaswekker is nuttig, maar los het probleem niet op. Het kan ook zinvol zijn om medicatie te gebruiken (op recept) in sommige situaties.

Zindelijkheidstraining: 5 stappen schema en tips

Wat zijn de fases van het toilettraining?

Fase 1: Introductie Potje/WC – Vanaf ongeveer 1,5-2 jaar is dit het moment waarop je kind klaar is voor de zindelijkheidstraining. Introduceer het potje of de WC aan je kind en leer aan je kind waarvoor het bedoeld is en hoe het werkt. Wees hierbij creatief en maak er een spelletje van. Leg uit dat het plassen en poepen op het potje of de WC moet gebeuren en geef aan wat je verwacht. Koop eventueel een brilverkleiner, voetenbankje of krukje om het voor je kind zo comfortabel mogelijk te maken.

Fase 2: Signalen herkennen – Begin met het herkennen van signalen die je kind afgeeft wanneer het moet plassen of poepen. Let hierbij op onrustig gedrag en wiebelen als je kind op de WC of het potje zit. Laat ook je kind meekijken naar jou wanneer jij naar het toilet gaat en leg uit wat je daar doet.

Fase 3: Dag- en nachtritme – Rond het tweede jaar heeft je kind vaak al een dag- en nachtritme waardoor het langer zijn of haar plas kan ophouden.

Fase 4: Interesse tonen – Toon interesse in alles wat met het toiletgebeuren te maken heeft. Laat je kind bijvoorbeeld boekjes over zindelijkheid lezen of neem je kind mee als je naar het toilet gaat.

Fase 5: Uitleg geven – Geef uitleg aan je kind over het verband tussen het gevoel dat je kind in zijn buik heeft en dat hij daarna naar het potje of de WC moet gaan. Leg uit wat je verwacht en waarom.

Fase 6: Routines instellen – Leg routines aan waardoor je kind weet wanneer hij of zij met een volle blaas naar het potje of WC moet. Blijf hierbij consistent en geef complimenten wanneer het goed gaat.

Fase 7: Concentratie leren – Het vergt ook geduld en concentratie van je kind om te leren zelf aan te voelen of zij/ hij al klaar is met plassen of poepen voordat hij of zij te vroeg opstaat. Let hierop en geef bijbehorende complimenten.

Hoe maak je het toilettraining gemakkelijker voor jou en je kind?

Stap 1: Introductie van het potje

Het potje is een manier om een kindte trainen om plas en poep in een bepaalde plek te doen. Het is belangrijk voor ouders om met het kind op de juiste manier te trainen met behulp van een potje, zodat zij zindelijk zijn en geen ongewenste gedrag gaan vertonen.

Potjestraining is een proces waarbij je een routine creëert om je lkindte helpen begrijpen waar hij of zij het best plas en poep kan doen. Als je kind begrijpt waar hij of zij moet plassen en poepen, kan hij of zij ook leren om dat te doen op de juiste tijd en op de juiste plaats.

Door de juiste routine voor je kind te creëren, kan je dat helpen om zindelijk te zijn en zal je minder verschoonwerk moeten doen. Het is ook belangrijk dat je je kind beloont als hij of zij op het potje gaat zitten. Je kunt hier een positieve associatie mee creëren dat als je kind op het potje gaat zitten, hij of zij een leuke beloning krijgt.

Verder is het ook belangrijk om je kind te laten zien hoe het potje gebruikt wordt. Je kunt bijvoorbeeld een pop of een beer op het potje zetten, zodat je kind kan zien hoe die het doet. Ook kun je je kind laten zien hoe het werkt als de broek omlaag wordt getrokken en de luier uitgepakt wordt.

Door je kind op de juiste manier te trainen met een potje, zal je kind snel zindelijk worden. Je kind zal ook begrijpen waar hij of zij het beste plas en poep kan doen, waardoor je minder schoonmaakwerk hoeft te doen.

Stap 2: Vaste tijden op het potje

De zindelijkheidstraining kan op een vertrouwde plek met een rustige omgeving worden geboden.

Zorg voor een plaats waar het kind zich comfortabel voelt, bijvoorbeeld een wc of badkamer. Zet het potje of de wc-bril verkleiner op deze plek. Laat je kind kennis maken met het potje en laten hem erop zitten met kleding aan.

Begin met het opzetten van een schema en zet je kindje het liefst iedere dag op het potje op vaste tijdstippen. Bijvoorbeeld als je kind wakker wordt, als er signalen zijn, na het eten of drinken, bij weggaan of thuiskomen.

Richt de omgeving ook in op de zindelijkheidstraining. Informatie over het schema en de verschillende tijdstippen moeten met opa’s, oma’s of de kinderopvang worden gedeeld, zodat deze de training kunnen ondersteunen.

Stap 3: Je kindje op het potje zetten

Stap 1: Introduceer het potje bij je kind. Laat het ermee spelen en vertel waar het potje voor bedoeld is. Vraag aan je kind of hij erop wil zitten, gewoon met kleren aan. Als je kind dat liever niet wilt, oefen dan geen druk uit.

Stap 2: Laat je kindje zijn beer of een pop op het potje zetten. Heb je twee potjes in huis, laat dan je kindje op ene potje zitten en de pop of beer op het andere potje. Je kunt de pop of beer ook een onderbroekje aandoen zodat het allemaal nog echter lijkt. Er zijn ook speciale poppen te verkrijgen die kunnen drinken en daarna op het potje plassen.

Stap 3: Zodra je kind met broek op het potje gaat zitten, stel je voor om de broek omlaag te doen en de luier uit. Trek bij beer of pop ook de onderbroek omlaag, zodat je kindje kan zien hoe beer of pop het doet.

Stap 4: Laat uw kind elke dag op vaste tijden enkele minuten op het potje zitten zonder luier. Goede momenten zijn: als uw kind wakker wordt, als er signalen zijn/uw kind aangeeft dat het nodig moet, na het eten of drinken of bij weggaan of thuiskomen. Vertel iets leuks terwijl u uw kind op het potje zet. Zet uw kind slechts enkele minuten op het potje. Uw kind laten zitten tot het iets gepresteerd heeft, is sterk af te raden.

Stap 5: Zet het potje bijvoorbeeld bij zijn speelgoed of op een andere vertrouwde plek, zodat hij eraan kan wennen. Laat je kind ook af en toe op het potje zitten, in eerste instantie kan dit met kleren aan. Probeer dit zo ongedwongen mogelijk te laten verlopen, dwing hem in ieder geval niet.

Stap 6: Zet je kindje na elke maaltijd of tussendoortje en na elke (middag) slaapje op het potje of met de wc-bril verkleiner. Op deze momenten is de kans groot dat je kind moet plassen of poepen. Maak de momenten leuk, uiteindelijk zal je kind ook uit zichzelf op het potje willen.

Stap 4: Belonen

Om uw kind te motiveren om goed te toilettrainen, is het belangrijk om direct een beloning te kunnen geven, met een knuffel, een snoepje of een verrassing. Stimuleer uw kind vanuit het positieve en beloon elke stap die ze zetten, zoals naar het potje lopen, de broek uittrekken, zitten op het potje. Vertel uw kind vaak dat hij/zij een superheld is en dat je trots bent op de stappen die ze zetten, en geef ze een beloning.

Voer een vast toilettrainingsschema in, met bijvoorbeeld momenten zoals opstaan, voor het naar school gaan, tussen de middag, na school, voor of na avondeten, voor het slapen. Hiermee kunnen ze gewoontes ontwikkelen en het komt de motivatie ten goede.

Beschik ook over een kalender met een beloningssysteem. Beloon uw kind op het moment dat ze een stap heeft gemaakt: in het begin een beloning voor een juiste poging en de inzet, later een beloning voor goed resultaat.

Als het lukt, maak hier dan echt een feestje van! Geef complimenten, applaudisseer, zeg hoe trots je bent en geef een beloningssticker.

Koop ook samen stickers en leg uit dat deze bedoeld zijn voor wanneer je kind op het potje zit. Bij elk geslaagd toilettrainingmoment mag hij of zij dan een sticker uitkiezen en op zijn/haar eigen stickervel plakken.

Wordt nooit boos als het niet lukt en blijf ontspannen, je kind moet niet het gevoel krijgen dat hij of zij wat fout doet als het niet lukt. Plassen lukt immers beter als je kind ontspannen is.

Teken op een A4 allemaal vakjes en hang die in de wc/badkamer op. Elke keer als er is geplast of gepoept, mag je kind een sticker op het vel plakken.

Dit zou ervoor moeten zorgen dat je kind een goed toilettrainer wordt. Vergeet niet om door te gaan met belonen en stimuleren met de belangrijke momenten die je kindheeft bereikt!

Stap 5: Herken wanneer je kind moet plassen, en gebruik een boekje

Een plassenboek kan helpen bij het makkelijker maken van toilettraining voor jou en je kind door de oorzaak en gevolg hiervan te verduidelijken.

Door de oorzaak en gevolg te benoemen, kan een plassenboek zorgen voor meer inzicht en begrip bij je kind. Bijvoorbeeld, door het benoemen van de verschillende triggers, zoals het aanbieden van voedsel of het begin van een wandeling, kan je kind beter leren herkennen wanneer hij of zij moet plassen. Ook kan je kind door het plassenboek leren welke consequenties er aan verbonden zijn bij het plassen; bijvoorbeeld het plaatsen van een sticker op een A4 als een plas of poep is gemaakt.

Verder kan het boek ook helpen door te laten zien hoe je het plassen leuk kan maken; bijvoorbeeld door te spelen terwijl je op het potje of de wc-bril zit. Door het uitvoeren van deze tips en het verduidelijken van de oorzaak en gevolg, kan het plassenboek helpen om het toilettraining gemakkelijker te maken.

Stap 6: Poep en plas is niet vies of eng!

Het is belangrijk dat kinderen leren dat het niet vies of eng is om poep en plas te maken op het toilet. Hiervoor moeten ze de juiste toilettraining volgen. Om dit te bereiken, kun je de volgende stappen nemen:

  1. Koop samen met je kind een brilverkleiner en een voetenbankje of krukje. Op deze manier kan het kind op een comfortabele manier op het toilet zitten.
  2. Hang een vel met vakjes op in de wc/badkamer en geef je kind een stickervel. Elke keer als er is geplast of gepoept, mag je kind een sticker op het vel plakken.
  3. Geef je kind een beloning of compliment als hij of zij het potje heeft gebruikt. Dit geeft hem of haar een succeservaring en geeft het kind voldoening.
  4. Laat je kind langzaam wennen aan het zitten op het toilet. Ondersteun de voeten van je kind als dat nodig is en help je kind bij het poepen door actief te persen.
  5. Vermijd boosheid als het niet lukt en ga er luchtig mee om. Ga met je kind mee naar het toilet.
  6. Laat je kind af en toe zonder kleren rondlopen en zet het potje zichtbaar neer.
  7. Als je mini al wat vaker op het potje heeft kunnen plassen of poepen, kun je kinderonderbroekjes kopen.

Als je deze stappen volgt, zal je kind op een veilige en leuke manier zindelijk worden. Laat je kind weten dat je trots op hem of haar bent en dat poep en plas maken helemaal niet vies of eng is. Zo kan je kind leren dat het gebruik van het toilet een normaal en aangenaam gevoel is.

Stap 7: Betrek je kindje bij het leeggooien van het potje.

Stap 1: Betrek je kindje bij het proces

Neem je kindje mee als je naar de winkel gaat om een potje te kopen. Leg uit waarvoor het potje is bedoeld en waarom je het gaat gebruiken. Laat je kind het potje zelf uitkiezen zodat hij er meer betrokken bij is.

Stap 2: Oefen samen met een pop of een beer

Laat je kindje zijn beer of pop op het potje zetten. Geef de pop of beer een onderbroekje aan zodat het allemaal nog echter lijkt. Er zijn ook speciale poppen te verkrijgen die kunnen drinken en daarna op het potje plassen.

Stap 3: Laat je kindje zonder broek op het potje zitten

Doe je kindje de broek omlaag als hij of zij op het potje gaat zitten. Trek ook bij de pop of beer de onderbroek omlaag. Dit kan helpen om het beeld van plassen op het potje beter te verwerken.

Stap 4: maak er een gewoonte van

Maak er een gewoonte van om je kind voor het naar bed gaan nog even een verhaaltje voor te lezen terwijl deze op het potje zit. Laat je kind ook niet meer in een slaapzak slapen, dan kan hij/zij zelf de luier afdoen.

Stap 5: Beloon elke stap positief

Als je kind naar het potje loopt, de broek uittrekt en gaat zitten, geef dan complimenten, applaudisseer, zeg hoe trots je bent en geef een beloningssticker. Wedden dat je kindje ook glimt van trots! Je kunt er ook een knuffel, een snoepje of een verrassing voor geven.

Stap 6: Positief oefenen

Als je kind niet luistert of een ongelukje heeft, berisp je kind dan en laat hem zelf zijn natte broek omwisselen voor een droge. Laat hem daarna een positief oefenrondje doen.

Stap 7: Verstevig de gewoonte

Vertel je kind vaak dat zijn superheld heel trots is om te zien dat hij of zij het potje gebruikt en droog blijft. Zet je kindje na elke maaltijd of tussendoortje en na elke (middag) slaapje op het potje of met de wc-bril verkleiner.

Stap 8: Laat het leuk zijn

Heeft je kind tijdens de zindelijkheidstraining nog totaal geen interesse in het potje of de wc? Dan kan het helpen om

Stap 8: Hierdoor ervaar je de oefening als veilig en gezond.

Het leren van zindelijkheid is voor sommige kinderen een uitdaging. Als ouder is het belangrijk om je kind een veilige en positieve omgeving te bieden bij het leren van zindelijkheid. Door positief, volhardend en consistent te zijn en door je kind te betrekken bij het proces, kan het leren van zindelijkheid een leuke ervaring worden.


Het is belangrijk dat je het plassen op het potje een prioriteit maakt en je kind in de gelegenheid stelt om het te oefenen. Plaats het potje op de dichte WC en laat je kind erop zitten, zelfs als het niet wilt plassen. Zet het potje ook gezamenlijk met je kind aan Sinterklaas mee of aan een klein buurjongetje.

Het is belangrijk om je kind te betrekken bij het legen en schoonmaken van het potje. Dit helpt je kind te begrijpen wat er met het plasje gebeurt. Als je kind een ongelukje heeft, verschoon hem of haar dan en leg het kind uit wat er is gebeurd.

Het is ook belangrijk om een gewoonte te maken van het voorlezen van een verhaaltje terwijl je kind op het potje zit. Als je kind ’s ochtends in de luier plast, laat je kind dan niet meer in een slaapzak slapen, zodat het kind de luier zelf kan afdoen.

Leg je kind uit dat iedereen naar de wc gaat, dat poep en plas uit het lichaam komt bij alle mensen en dieren en dat je kind het ook gaat leren. Blijf als ouder geduldig als je kind nog geen afscheid wil nemen van de luier.

Door je kind veilig en positief te betrekken bij het leren van zindelijkheid, kan het een leuke en leerzame ervaring worden.

Stap 9 : De dag dat de eerste druppel in het potje valt is er eentje voor in de boeken.

Yes! Het is gelukt, je mini heeft op het potje geplast/gepoept. Wat een prestatie! Maak er echt een feestje van: geef complimenten, applaudisseer, zeg hoe trots je bent en beloon het kindje met een sticker. Laat je kindje zien dat je blij bent dat hij of zij de stap heeft gezet naar zindelijkheid. Vertel je kind vaak dat zijn of haar superheld heel trots is om te zien dat hij of zij het potje gebruikt. Deze eerste stap is een belangrijke en dat moet gevierd worden!

Stap 10 : ‘s Nachts zindelijk!

Stap 1: Zorg ervoor dat het potje waterdicht is. Zorg dat het bijvoorbeeld op een waterdichte hoeslaken geplaatst wordt.

Stap 2: Laat het kind gewend raken aan het potje door regelmatig te oefenen. Het is belangrijk dat het kind zich veilig voelt bij het potje, zodat het lekker kan zitten en drinken.

Stap 3: Zorg dat er altijd schoon water in het potje staat. Zorg er ook voor dat het kind nooit meer dan een klein beetje water drinkt.

Stap 4: Maak het kind bewust van het water dat het drinkt. Geef bijvoorbeeld tips over het verfrissende water dat uit het potje komt.

Stap 5: Geef het kind op zijn tijd een klein glas water als hij dorst heeft, maar vergeet niet hem te herinneren aan het water uit het potje.

Stap 6: Zet het potje niet te dicht bij het bed, maar let wel op dat het kind het wel kan bereiken.

Stap 7: Geef het kind een beloning als hij zindelijk is. Door middel van complimenten en knuffels, maar ook met kleine cadeautjes, kan het kind hiermee gestimuleerd worden om zindelijk te worden.

Stap 8: Zorg dat het potje elke avond wordt schoongemaakt en dat er vers water in wordt gedaan.

Stap 9: Geef het kind voldoende slaap en houd het ook warm, zodat het kind minder vaak naar het potje hoeft te gaan plassen.

Stap 10: Wees geduldig en steun je kind bij de zindelijkheidstraining. Blijf je kind veel complimentjes geven en negeer ongelukjes.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *